De Tour du Luxembourg Belge is een bewijzerde wandelroute door het hart van de provincie Luxemburg. De volledige route is zo’n 230 kilometer lang met een 5600tal positieve hoogtemeters. Door de goede ontsluiting met het openbaar vervoer op het westelijke deel van de route, leek de GR151 de ideale kandidaat voor een eerste bikepacking ervaring. De route passeert immers onder andere langs de stations van Marbehan, Libramont, Jemelle en Marloie. Bij eventuele problemen is het dus eenvoudig om de tocht vroegtijdig in te korten.
Na een vroege ochtend, sta ik om kwart na negen voor het station van Marbehan. Het plan is om vandaag en morgen zo’n 110 kilometer te fietsen naar het station van Marloie. Na het herstellen van een lekke band (bedankt fietshaken), vraag ik mij af hoe doenbaar de route zal zijn met mijn trekkingsfiets. De Schwalbe slicks heb ik geruild voor 26×1.9 mountainbike banden die ik nog had liggen in de garage. Voor deze tweedaagse heb ik voldoende aan mijn stuurtas en een drybag op de achterdrager. Een zweterige rugzak hoef ik dus gelukkig niet mee te slepen. Inclusief bepakking, eten en water weegt de VSF 27kg. Dat wordt doortrappen.
Zaterdag: Marbehan – Poix Saint-Hubert
De GR151 loopt langs het station van Marbehan en na een kort stukje verhard sla ik aan een kapelletje linksaf de loofbossen in tussen Marbehan en Rossignol. Ondanks het vroege uur, merk ik dat het in de bossen reeds merkbaar koeler is. In het bos is het rustig fietsen langs een double track grindweg. In deze bossen werd er zwaar strijd geleverd tussen Franse en Duitse troepen in 1914. Langs dit gedeelte van de GR151 vind je dan ook een een aantal informatieborden die de veldslag beschrijven. In Rossignol vind je een waterbak op de place des Coloniaux. Ideaal om mijn lege 1 liter bidon te vullen bij dit dorstige weer.
Na Rossignol volgt een lange klim langs een onverharde weg doorheen de naaldbossen van het foret communal. Na de top van de klim duurt het niet lang alvorens de afdaling richting Suxy wordt ingezet. In Suxy vind je naast een weinig spectaculaire kerk, opvallend veel paardenhouders. Ook zijn er een aantal kinderen aan het spelen tijdens het laatste weekend van de zomervakantie.
Na Suxy volgt er opnieuw een klim. Het patroon klim – dal (dorp) – klim maakt zich kenbaar. Ditmaal is de klim een pak steiler dan de vorige. De ondergrond gaat van asfalt naar grind en uiteindelijk hoog gras. Op het steilste gedeelte van de beklimming is echt harken om te blijven fietsen. Na de top fiets ik nog hele poos door de bossen. Onderweg passeer ik het gehucht Nolinfoing. Het doel voor de middag is Neufchâteau. Na Nolingfoing volgt een klein klimmetje richting een oorlogsmonument ter nagedachtenis van de vele Duitse gesneuvelden. De route herneemt met een afdaling doorheen weilanden richting Neufchâteau. Eenmaal beneden kom je uit aan de camping, een beetje verder ligt het vredige Lac de Neufchâteau. De koelte en vrede van het meer vormen een ideale picknicklocatie voor mijn boterhammenlunch. Tot dusver heb ik 2u30m gefietst met 30km en 460 hoogtemeters op de teller. Het dagdoel is 70km.
De stukje GR151 na Neufchâteau spreekt weinig tot de verbeelding: tot in het dorp Tournay loopt de route over een geasfalteerde weg. Met de fiets duurt het gelukkig niet zo lang eer je een brede onverharde weg na Tournay bereikt. Het is nu 2 uur ‘s middags en heel warm: uit de bossen en in de zon is het echt bakken. De brede grindweg loopt nog heel stuk door: onder andere langs het gehucht Verlaine en onder de E411. Ondertussen slinkt mijn watervoorraad zienderogen dankzij het warme weer. In Flohimont kan ik het niet laten om toch een beetje van het lekker fris eau ”non potable” aan de oude wasplaats te drinken, gelukkig zonder nare gevolgen.
Na Flohimont loopt de GR151 langs uitgestrekte weilanden en bosranden richting Libramont. De GR laat Libramont links liggen en loopt doorheen de uitgestrekte bossen ten Noordoosten van Libramont. Het is hier zo warm dat alle vliegen schuilen in de schaduw langs rand van de aanpalende weilanden. Telkens ik aankom, stijgen de vliegen met honderden tegelijk op. Veel last heb ik echter niet van de vliegen. Helaas rijden er op deze zaterdag ook veel quads doorheen de bossen van Libramont. De stofwolken na hun doorgang blijven maar al te graag aan mijn bezwete en schenen plakken (de zonnecrème maakt het nog erger). Al snel zien mijn benen grijs van het stof. Verder verstoren de luide motoren natuurlijk de rust in het bos, jammer want de natuur is hier wel mooi. Na de bossen arriveer ik in Bras La Basse. Hier vind je een waterkraantje aan de ingang van het kerkhof achter de kerk. Tijd voor een half uurtje drink- en waspauze.
Na een half uurtje begin ik aan het laatste gedeelte voor vandaag richting Poix Saint-Hubert. De GR151 klimt over asfalt richting Bras la Haute en kruist vervolgens de drukke N89 met een brug. Na zo’n 500tal meter parallel fietsen met de gewestweg, draai ik het bos in. Ondertussen is het bijna 5 uur en het warmste van de dag is achter de rug. Dit stuk van de route daalt gestaag richting Poix Saint-Hubert. Echter, in dit bos fiets ik met een stijgingspercentage van 18% het pittigste klimmetje van de dag op. Door de vele losse stenen is het ook technisch uitdagend fietsen. Buiten adem maar tevreden kom ik boven. De route daalt verder af op grindwegen met grote keien. Polsen en schouders worden niet gespaard. De laatste kilometers van de dag lopen evenwijdig aan de spoorweg en zijn licht glooiend.
Het dorpje Poix Saint-Hubert is redelijk toeristisch: camping, hotel en restaurant/bar zijn aanwezig. De prijs voor de camping bedraagt anno 2016 zestien euro voor 1 persoon met een tentje. De prijs voor een hotelovernachting inclusief ontbijt is 105 euro. Aangezien ze onweer voorspellen voor vannacht, kies ik voor het hotel (zo heb ik de tent wel voor niets meegenomen). In het hotel merk ik dat de plastieken verpakking van de Delhaize couscous is beginnen lekken, met een EHBO kit onder de olie als gevolg. Gelukkig zijn meeste items nog eens individueel verpakt, de EHBO heeft nu wel een Oosters geurtje. Na een broodnodige douche kan ik in de bar van het hotel nog genieten van een ijsje en een Orval. Tevreden kruip ik onder de lakens.
Zondag: Poix Saint-Hubert – Marloie
Na een uitgebreid ontbijt, vertrek ik om acht uur uit Poix Saint-Hubert. Het heeft gisterenavond hevig geregend, waardoor het koeler maar ook natter is vandaag. De eerste kilometers lopen langs de spoorweg en de rivier ‘La Homme’ over een double track weg. Deze weg werd ongetwijfeld gebruikt bij de aanleg van de spoorweg. Het parcours steekt een aantal keren onder de sporen door en passeert een waterkrachtcentrale. Een beetje verder kruist de GR151 La Homme met een glibberig houten brugje. In de snelle stroming van de rivier zijn twee vissers aan het vliegvissen.
Al snel sta ik aan de oever van een idyllische visvijver: le glacier de Mirwart. Op dit vroege uur jagen de vissen volop op de vliegjes die boven het wateroppervlak zweven. Na de vijver volgt een kort klimmetje tot onderaan le chateau de Mirwart. De GR151 laat het kasteel rechts liggen en volgt nog even het water, alvorens rechts af te slaan richting Mirwart dorp. Het hoge stijgingspercentage maakt dat ik mijn stalen ros naar boven mag duwen. Indien dit niet zou lukken, kun je echter 500 meter eerder de geasfalteerde baan opfietsen. In Mirwart start er een lange, lopende beklimming. Na het dorpje klim ik verder op een modderige weg doorheen een naaldbos. De top ligt niet ver van de Col de la blanche virée.
Na de top trek ik na een kort stukje verhard terug de bossen in. In het bos is het even zoeken naar de route. Ik heb een afslag naar links – dwars door een veld sparren – gemist en moet een stukje terug fietsen. Na dit kort stukje bos kruist de GR de drukke N803. Net voor de kruising komt mijn achterwiel echter vast te zitten in diepe modder en geraak ik niet tijdig uit de klikpedalen. Het resultaat is een rechterzijde besmeurt met modder. Vloekend sta ik langs de kant van de weg de modder af te wassen, terwijl ik nors kijk naar een aantal wielertoeristen die voorbij fietsen.
Na zo goed mogelijk het water uit mijn kousen en schoenen te wringen, zet ik terug aan op de GR151. Er volgt nu een snelle afdaling als beloning voor al dat klimwerk. De GR151 slaat echter rechts het bos is voor het einde van de afdaling, op tijd remmen is dus de boodschap. Hier fiets ik voorbij een grote houten jagershut, de invloed van Saint-Hubert laat zich duidelijk voelen in deze bossen. Na de hut slaat de route linksaf richting Masbourg. Ik fiets doorheen een aantal weilanden op de rand van het dorp. Hier is een georganiseerde wandeltocht aan de gang. Dit is een van de weinige gelegenheden dat ik niet gemotoriseerd verkeer tegenkom op de GR151. Over mijn rechterschouder krijg ik een mooie blik op de Ardense bossen. De route daalt nu heel steil op een rotsachtige weg richting Masbourg dorp. Eenmaal beneden voel ik dat de velgen heet staan van het remmen.
Na Masbourg volgt er een hoogteverschil van 125 meter op minder dan een halve kilometer: goed voor een gemiddeld stijgingspercentage van 25%. Dit stuk van de GR leg ik dan ook te voet af. Voor zij die liever niet hun fiets een kwartier naar boven duwen, valt er zeker een Westelijk alternatief te vinden. Tot overmaat van ramp is de volledige pul zonnecrème uitgelopen in mijn stuurtas, waarschijnlijk kwam de dop los tijdens de dokkerende afdaling naar Masbourg.
Na een halfuurtje kuisen met kleenex zakdoekjes, ben ik terug op weg. Het is nu nog maar zo’n tien kilometer naar Marloie en het ziet er naar uit dat ik – ondanks de opgelopen vertraging – ruim op tijd zal zijn voor de trein van half een. Het tracé loopt nu over geasfalteerde wegen en grindwegen en volgt een lokaal fietsknooppuntennetwerk. In Nassogne vind je in het midden van het kerkhof een waterkraantje. Na het kerkhof daal ik op een brede geasfalteerde weg richting Ambly. Bij het verlaten van Ambly fiets ik over een grote grindweg tot in Hargimont. Hier zeg ik vaarwel tegen de GR151 en fiets ik naar het station van Marloie. Tegenover het station drink ik nog een welverdiende cola alvorens op de trein richting Bruxelles-Midi te stappen. Op de trein denk ik al volop aan het volgende bikepacking avontuur op de tonen van Fritz Kalkbrenner. De GR14 en de Transardennaise staan beiden hoog op mijn short list.
Enkele statistieken
Dag 1: 70km, 1218 hoogtemeters, 5u40 beweegtijd, 8u42 verstreken tijd. TCX track.
Dag 2: 38km, 737 hoogtemeters, 2u53 beweegtijd, 3u40 verstreken tijd. TCX track.
Het GPX bestand van de volledige GR151 valt te downloaden op grsentiers.org.